Religie en Geloof

Religie is de bewuste ervaring van Goddelijkheid in het bewustzijn van een moreel wezen van evolutionaire oorsprong. Religie vertegenwoordigt ware ervaring met Eeuwige Realiteiten binnen de ruimte en in de tijd, de Verwezenlijking van Geestelijke vervulling terwijl de mens nog in het vlees, sterfelijk en vergankelijk is.

De progressie van de religieuze groei leidt van stagnatie via conflict tot coördinatie, van onzekerheid tot onwankelbaar geloof, van verwarring van het Kosmische bewustzijn tot unificatie der persoonlijkheid, van het tijdelijke doel tot het Eeuwige, van de knechting door angst en vrees tot de vrijheid van het Goddelijk Zoonschap.

Houdt steeds het volgende in gedachten: Ware Religie is het kennen van God als Dat wat groter is dan jij als je Vader en ken de mens als je Broeder. Religie is niet een slaafs geloof in bedreigingen met straf of in magische beloften van verborgen beloningen in de toekomst.

Ieder religieus geloof dat de kracht heeft om de gelovige te vergeestelijken, zal zeker een krachtige weerslag hebben in het sociale leven van zulk een religieuze sterfelijk mens. Religieuze ervaring brengt immer de ‘Vruchten van de Geest’ voort in het dagelijks leven van de mens die door de Geest Zich laat leiden. Dit geloofsvertrouwen kan alleen opkomen in het hart van de individuele religieuze mens in het vlees.

Dat geloof alleen te maken heeft met het vatten van ideale waarden, wordt aangetoond door de definitie onder andere in het Nieuwe Testament waarin gezegd wordt dat geloof de substantie is der dingen die men hoopt en het bewijs van zaken die men niet ziet.

Alleen wanneer de mens de weg gaat via het Proef Pad naar het Pad van Geestelijke ontwikkeling en groei, dan gaat de mens de morontiale weg die tot Geestelijk inzicht voert, kunnen de boeien ooit breken die inherent zijn aan zijn staat van sterveling in het universum.

Energie en bewustzijn (3de Straal energieën) voeren terug naar het Paradijs en de Godheid. Echter noch de energie, noch het bewustzijn waarmee de mens is begiftigd, komen rechtstreeks uit deze Paradijs-Godheid voort. Slechts in de Geestelijke zin is de mens een Kind van God. Dit klopt daar de mens in zijn huidige staat slechts in Geestelijke zin wordt begiftigd door, en inwoning geniet van de Paradijs-Vader: de Gedachtenrichter. De mensheid kan nimmer Goddelijkheid ontdekken, behalve langs de weg der religieuze ervaring en door het uitoefenen van waar geloofsvertrouwen in lijn met de Ware Waarden.

Het in geloofsvertrouwen aanvaarden van de Waarheid van God stelt de mens in staat te ontkomen aan de enge begrenzingen van zijn materiële beperkingen en schenkt hem een redelijke hoop dat hij een vrijgeleide zal verwerven vanuit het materiële gebied, waar de dood is, naar het Geestelijke gebied waar Eeuwig Leven is. De mens in het vergankelijk zal moeten sterven in het lagere concrete en emotionele denken via een bijzondere crisis om in het onvergankelijke te gaan Leven. Zo sterft de vergankelijke mens en komt in het onvergankelijk om te gaan leven in de vergankelijke wereld van overleving.

De weg gaan van innerlijk ervaren en laten leiden door de Vader zodat het Benodigde op de levensweg komt wat leidt tot Liefde, Licht, herziende visie en inzicht, geleefd Weten, maakt dat de mens zijn eigen religie gaat leven en leeft. Ware religie is een oprechte toewijding aan een realiteit die de religieuze mens van allerhoogste waarde acht voor zichzelf en voor de hele mensheid. 

Dat leven maakt dat deze mens eigen religie leeft in lijn met de ware religie gestaafd naar Goddelijke maatstaven Goedheid, Waarheid en Schoonheid.

Gepubliceerd
Gecategoriseerd als Artikel