Geestelijkheid

Iemands geestelijkheid wijst aan hoe dicht hij of zij bij God is, en tegelijk is zij de maat van het nut zijn voor zijn medemens.

Geestelijkheid verhoogt het vermogen om Schoonheid te ontdekken in de dingen, om Waarheid te herkennen in betekenissen en om Goedheid te ontdekken in waarden. Met dit vermogen worden de ware Waarden doorzien waardoor de Ware Realiteit steeds meer haar grondslag krijgt en wordt uiteindelijk leidend.

Geestelijke ontwikkeling wordt bepaald door het vermogen daartoe en is recht evenredig aan het uitbannen van de zelfzuchtige kwaliteiten van liefde. De daadwerkelijke geestelijke status geeft aan in hoeverre men de Godheid
heeft bereikt. Met andere woorden: in welke mate deze mens is afgestemd op de Gedachtenrichter. De Gedachtenrichter is dat deel van God dat God zelf in de mens heeft geplaatst als Zijn Liefde voor de mens en nederig is, wacht totdat de mens tegen over Hem komt zitten en recht in het Oog Ziet. Het tegen over Hem zitten, is het bereiken van Volkomenheid van Geestelijkheid en staat gelijk met het bereiken van het maximum aan Realiteit, de Ware Realiteit: het maximum aan Godgelijkenis.

Het eeuwige leven is de altijddurende zoektocht naar oneindige waarden: Goedheid, Waarheid en Schoonheid.

Als Geestelijkheid Goddelijkheid wordt, dan werkt de Goddelijkheid in de persoonlijkheid van de sterfelijke mens als de Gedachtenrichter, het geschenk van de Vader, als de Geest van Waarheid van de Zoon, en als de Heilige Geest van de Universum-Geest, terwijl deze drie boven-sterfelijke giften in de menselijke experimentele evolutie worden verenigd als het dienstbetoon van de Allerhoogste.

God de Allerhoogste is de God die streeft naar Volkomenheid binnen ruimte – tijd. De sterfelijke mens op de weg naar en van Geestelijkheid tot aan Goddelijkheid, is en maakt deel uit van God de Allerhoogste. Dit bewust worden en dat bewustzijn, maakt de mens Goddelijk.

Gepubliceerd
Gecategoriseerd als Artikel